Maandelijks archief: augustus 2013

Mijn eerste onderzoek: de spannende wereld van het bedplassen

Ik ben ooit mijn wetenschappelijke carrière begonnen met een onderzoeksstage bij een bekend onderzoeksbureau, als deel van mijn opleiding psychologie aan de Universiteit Leiden. Vanaf september 1999, mocht ik een jaar lang als stagiaire meelopen.

Oh wat was ik jong en vol naïef enthousiasme over een carrière in de wetenschap. Of eigenlijk dacht ik zelfs niet eens na over een carrière, maar er leek me niets leukers dan betaald te worden om de gehele dag bezig te zijn met ‘onderzoek doen’. Niet dat ik betaald werd voor die stage, maar dat terzijde.

images (1)

Tijdens mijn stage hield ik mij voornamelijk bezig met onderzoek naar Nocturnal Enuresis, wat gewoon een fancy term is voor bedplassen. Niet echt een onderwerp dat me erg boeide, maar je hebt het helaas niet altijd voor het uitzoeken. Ik deed voornamelijk literatuur onderzoek en data-analyse op bestaande datasets. En als klap op de vuurpijl mocht ik ook mijn scriptie erover schrijven.

Dat is tot de dag van vandaag nog steeds een beetje gênant. Je zou denken dat niemand het wat kan schelen waar je doctoraal scriptie overging, maar het wordt me toch nog regelmatig gevraagd. Vooral van die sociaal psychologen die op de kleuterschool al bezig waren met hun prime experimentjes kijken dan wat minzaam. Beschrijvend onderzoek? Bij kinderen? Die in bed plassen? Ja, inderdaad.

bedplassen

Die scriptie en de gehele stageperiode was een super leuke en spannende ervaring, vooral om eindelijk ‘echt’ onderzoek te mogen doen. Ik heb er veel van geleerd, maar ook was ik na die stage een aantal illusies armer. Zo kwam ik erachter dat op een onderzoeksbureau niet allemaal gedreven, intelligente wetenschappers werken, maar vooral veel mensen ‘die maar wat doen’.

Natuurlijk gold dit niet voor iedereen, maar een aantal keer was ik echt verbaasd over het niveau van de onderzoekskwaliteiten van medewerkers. Maar ook hoe het er soms aan toe ging en hoe er met elkaar werd omgegaan. Dat was een begin van een lange periode waarin ik zou leren hoe het niet moest en vooral wat mij niet aansprak aan een baan in de wetenschap.

Maar gelukkig was ik het grootste deel van die eerste ervaring met ‘echt onderzoek doen’ nog heerlijk naïef en genoot ik met volle teugen. Tot op de dag van vandaag vind ik onderzoek nog steeds heel erg leuk, alleen is het jammer van al het gedoe er omheen.

Het belang van bier: Wat als bier niet meer zou bestaan?

Stel je voor dat je morgen wakker wordt en bier bestaat niet meer. Het is niet meer te verkrijgen, het valt niet meer te maken en het lijkt gewoon van de aardbodem verdwenen. Waarschijnlijk raak je als bierliefhebber bij dit idee in lichte paniek, terwijl de niet-bierdrinkers hun schouders op zullen halen, want wat zou dat nou uitmaken als er geen bier meer was? Als je dat laatste denkt, heb je wellicht niet gemerkt hoe groot deel van ons dagelijks leven bier uitmaakt of beter gezegd, ons sociale leven.

Als we de bierreclames mogen geloven, dan is het leven niet compleet zonder een goed glas bier (of twee). Nou ja, alleen voor echte, stoere mannen natuurlijk. Hoe fout de meeste bierreclames ook zijn, er zit wel een kern van waarheid in. Er is bijna geen grootschalig event of zelfs kleinschalige sociale gelegenheid waar bier nog is weg te denken. Of het nu gaat om feestjes, muziekfestivals, voetbalwedstrijden, barbecues of Koninginnedag overal vind je bier in overvloed. Stel dat er geen bier meer was, hoe zouden al die events er dan uit zien?

bier

Het zou kunnen dat op studentenfeestjes, tijdens voetbalwedstrijden en op muziekfestivals gewoon wordt overgestapt op andere alcohol. Dat zou betekenen dat ofwel iedereen voortaan aan de wijn zou gaan of aan de sterke drank. Afgezien van de problemen die met name overstappen op sterke drank zou hebben, zou het dan nog wel hetzelfde zijn? Bier wordt tenslotte niet enkel gedronken om de alcohol en omdat het zo makkelijk naar binnen giet. Mensen hebben ook bepaalde associaties bij bier en het soort bier dat ze drinken.

Zonder bier moeten mensen een nieuwe manier vinden om te laten zien wie ze zijn, want bier drinken maakt voor veel mensen deel uit van hun sociale identiteit. Onderzoek heeft bijvoorbeeld aangetoond dat het drinken van bier door veel mannen gezien wordt als een teken van mannelijkheid. Ook blijkt het drinken van bier voor veel mensen een uiting van gezelligheid en saamhorigheid en een maat waarmee ze anderen beoordelen. Naast het wel of niet drinken van bier en de hoeveelheid bier die men drinkt, is ook het merk erg belangrijk.

bier2

Bierdrinkers hebben vaak een uitgesproken mening over welk merk bier goed is en welk slecht. Daarbij horen ook de nodige associaties over wat voor soort persoon een bepaald merk drinkt. Op die manier kun je dus uiting geven aan wat voor persoon je bent, door het soort bier dat je drinkt. Amerikaans onderzoek heeft bijvoorbeeld aangetoond dat liberalen en conservatieven verschillende merken bier drinken, conservatieven drinken liever Amerikaanse merken zoals Budweiser, terwijl liberalen de voorkeur geven aan import.

Misschien dat alle associaties die we nu met bier hebben, zich op den duur gewoon zouden verplaatsen naar een andere drank of het soort water of het merk koffie dat je drinkt. Als er morgen geen bier meer zou bestaan, denk ik dat dit met een beetje aanpassing uiteindelijk niet heel veel zou veranderen. Het is erg onwaarschijnlijk dat zoiets echt zou gebeuren, maar voor het geval dat trakteer ik mijzelf vanavond nog maar eens op een goed glas.

Deze blogpost verscheen oorspronkelijk op de website van de Faculteit Psychologie van de Open Universiteit Nederland.