Categorie archief: Onderzoek

Waarom groepen vervelend zijn

Een collega en ik hebben het er regelmatig over hoe vervelend groepen wel niet zijn en daarmee bedoelen we dan vooral hoe mensen zich gedragen in groepen. Niet alleen storen we ons aan het groepsgedrag zelf, maar ook aan alles wat erbij komt kijken wanneer je iets in groepsverband doet. We worden gesterkt in onze mening door menig onderzoek uit de sociale psychologie dat heeft aangetoond waarom groepen inderdaad vervelend zijn.

groupbeh

1. Alles duurt langer in groepsverband

Wanneer je alleen bent of slechts met één of twee anderen, dan is iets als een hapje gaan eten een eenvoudige gebeurtenis. Je beslist waar je gaat eten en loopt de deur uit naar het restaurant. Ben je echter met een grote groep, dan kan deze zelfde gebeurtenis ineens eeuwig lijken te duren.

Ten eerste wordt waar je gaat eten een uitgebreide discussie waarbij er een compromis gevonden moet worden tussen ieders voorkeur. Als er dan eindelijk besloten is waar er gegeten gaat worden, dan duurt het ook nog eens eindeloos voordat iedereen klaar is om te vertrekken. Iets ondernemen in groepsverband betekent dus doorgaans dat je veel staat te wachten.

2. De mening en normen van de groep worden belangrijker dan je individuele mening en normen

Elke groep heeft zijn eigen normen en waarden en bepaalde gedragsregels etc. die daarbij horen. Wil je als groep goed functioneren dan is het belangrijk dat iedereen de normen van de groep aanvaardt of in elk geval zich gedraagt zoals dat van hem of haar verwacht wordt. Dit betekent dus dat er in een groep minder ruimte is voor je individuele opvattingen en je je dus zal moeten aanpassen. Doorgaans zijn groepen niet heel tolerant voor groepsleden die normoverschrijdend gedrag vertonen.

3. Groepsgedrag maakt dom

stupidgroups

Wanneer je je in een groep bevindt en de normen en waarden van de groep, oftewel wat de groep wil, belangrijker worden dan wat jijzelf wil, komt het regelmatig voor dat dingen uit de hand lopen. Denk bijvoorbeeld aan rellen van voetbalsupporters. Een grote groep mensen vertoont ineens gedrag waarvan een deel dit normaal nooit zou doen, maar omdat de groep het doet en ze vergeten om zelf na te denken, gedragen ze zich als idioten. Dit wordt ook wel deïndividuatie genoemd.

Natuurlijk hebben groepen ook veel positieve kanten. Zo kun je soms in een groep veel meer gedaan krijgen dan in je eentje, kun je er veel steun van krijgen en ook kan een groep soms heel gezellig zijn. Dat neemt echter niet weg dat om bovenstaande redenen groepen vaak erg vervelend zijn en je dus het beste iets in groepsverband kunt ondernemen met mate, zoals met de meeste dingen in het leven.

Deze blogpost verscheen oorspronkelijk op de website van de Faculteit Psychologie van de Open Universiteit Nederland.

Mijn eerste onderzoek: de spannende wereld van het bedplassen

Ik ben ooit mijn wetenschappelijke carrière begonnen met een onderzoeksstage bij een bekend onderzoeksbureau, als deel van mijn opleiding psychologie aan de Universiteit Leiden. Vanaf september 1999, mocht ik een jaar lang als stagiaire meelopen.

Oh wat was ik jong en vol naïef enthousiasme over een carrière in de wetenschap. Of eigenlijk dacht ik zelfs niet eens na over een carrière, maar er leek me niets leukers dan betaald te worden om de gehele dag bezig te zijn met ‘onderzoek doen’. Niet dat ik betaald werd voor die stage, maar dat terzijde.

images (1)

Tijdens mijn stage hield ik mij voornamelijk bezig met onderzoek naar Nocturnal Enuresis, wat gewoon een fancy term is voor bedplassen. Niet echt een onderwerp dat me erg boeide, maar je hebt het helaas niet altijd voor het uitzoeken. Ik deed voornamelijk literatuur onderzoek en data-analyse op bestaande datasets. En als klap op de vuurpijl mocht ik ook mijn scriptie erover schrijven.

Dat is tot de dag van vandaag nog steeds een beetje gênant. Je zou denken dat niemand het wat kan schelen waar je doctoraal scriptie overging, maar het wordt me toch nog regelmatig gevraagd. Vooral van die sociaal psychologen die op de kleuterschool al bezig waren met hun prime experimentjes kijken dan wat minzaam. Beschrijvend onderzoek? Bij kinderen? Die in bed plassen? Ja, inderdaad.

bedplassen

Die scriptie en de gehele stageperiode was een super leuke en spannende ervaring, vooral om eindelijk ‘echt’ onderzoek te mogen doen. Ik heb er veel van geleerd, maar ook was ik na die stage een aantal illusies armer. Zo kwam ik erachter dat op een onderzoeksbureau niet allemaal gedreven, intelligente wetenschappers werken, maar vooral veel mensen ‘die maar wat doen’.

Natuurlijk gold dit niet voor iedereen, maar een aantal keer was ik echt verbaasd over het niveau van de onderzoekskwaliteiten van medewerkers. Maar ook hoe het er soms aan toe ging en hoe er met elkaar werd omgegaan. Dat was een begin van een lange periode waarin ik zou leren hoe het niet moest en vooral wat mij niet aansprak aan een baan in de wetenschap.

Maar gelukkig was ik het grootste deel van die eerste ervaring met ‘echt onderzoek doen’ nog heerlijk naïef en genoot ik met volle teugen. Tot op de dag van vandaag vind ik onderzoek nog steeds heel erg leuk, alleen is het jammer van al het gedoe er omheen.

Het belang van bier: Wat als bier niet meer zou bestaan?

Stel je voor dat je morgen wakker wordt en bier bestaat niet meer. Het is niet meer te verkrijgen, het valt niet meer te maken en het lijkt gewoon van de aardbodem verdwenen. Waarschijnlijk raak je als bierliefhebber bij dit idee in lichte paniek, terwijl de niet-bierdrinkers hun schouders op zullen halen, want wat zou dat nou uitmaken als er geen bier meer was? Als je dat laatste denkt, heb je wellicht niet gemerkt hoe groot deel van ons dagelijks leven bier uitmaakt of beter gezegd, ons sociale leven.

Als we de bierreclames mogen geloven, dan is het leven niet compleet zonder een goed glas bier (of twee). Nou ja, alleen voor echte, stoere mannen natuurlijk. Hoe fout de meeste bierreclames ook zijn, er zit wel een kern van waarheid in. Er is bijna geen grootschalig event of zelfs kleinschalige sociale gelegenheid waar bier nog is weg te denken. Of het nu gaat om feestjes, muziekfestivals, voetbalwedstrijden, barbecues of Koninginnedag overal vind je bier in overvloed. Stel dat er geen bier meer was, hoe zouden al die events er dan uit zien?

bier

Het zou kunnen dat op studentenfeestjes, tijdens voetbalwedstrijden en op muziekfestivals gewoon wordt overgestapt op andere alcohol. Dat zou betekenen dat ofwel iedereen voortaan aan de wijn zou gaan of aan de sterke drank. Afgezien van de problemen die met name overstappen op sterke drank zou hebben, zou het dan nog wel hetzelfde zijn? Bier wordt tenslotte niet enkel gedronken om de alcohol en omdat het zo makkelijk naar binnen giet. Mensen hebben ook bepaalde associaties bij bier en het soort bier dat ze drinken.

Zonder bier moeten mensen een nieuwe manier vinden om te laten zien wie ze zijn, want bier drinken maakt voor veel mensen deel uit van hun sociale identiteit. Onderzoek heeft bijvoorbeeld aangetoond dat het drinken van bier door veel mannen gezien wordt als een teken van mannelijkheid. Ook blijkt het drinken van bier voor veel mensen een uiting van gezelligheid en saamhorigheid en een maat waarmee ze anderen beoordelen. Naast het wel of niet drinken van bier en de hoeveelheid bier die men drinkt, is ook het merk erg belangrijk.

bier2

Bierdrinkers hebben vaak een uitgesproken mening over welk merk bier goed is en welk slecht. Daarbij horen ook de nodige associaties over wat voor soort persoon een bepaald merk drinkt. Op die manier kun je dus uiting geven aan wat voor persoon je bent, door het soort bier dat je drinkt. Amerikaans onderzoek heeft bijvoorbeeld aangetoond dat liberalen en conservatieven verschillende merken bier drinken, conservatieven drinken liever Amerikaanse merken zoals Budweiser, terwijl liberalen de voorkeur geven aan import.

Misschien dat alle associaties die we nu met bier hebben, zich op den duur gewoon zouden verplaatsen naar een andere drank of het soort water of het merk koffie dat je drinkt. Als er morgen geen bier meer zou bestaan, denk ik dat dit met een beetje aanpassing uiteindelijk niet heel veel zou veranderen. Het is erg onwaarschijnlijk dat zoiets echt zou gebeuren, maar voor het geval dat trakteer ik mijzelf vanavond nog maar eens op een goed glas.

Deze blogpost verscheen oorspronkelijk op de website van de Faculteit Psychologie van de Open Universiteit Nederland.

Maakt herfstweer in de lente ongelukkig?

Volgens de kalender is het al meer dan twee maanden lente, maar van lekker lenteweer hebben we nog maar bar weinig gemerkt. Waar we normaal gesproken eind mei allang een paar keer verbrand zijn geweest, tot ’s avonds laat op het terras hebben gezeten en al stiekem een keer in korte broek naar het werk zijn geweest, is tot nu toe het hoogtepunt van de lente die drie dagen dat we zonder jas de deur uit konden.

Het blijft maar regenen en waaien. Vanochtend was het zo koud en nat dat ik overwoog om mijn winterjas weer uit de kast te halen. Als ik niet beter wist zou ik denken dat het gewoon herfst was. Al dat herfstweer in de lente en dan met name het gebrek aan heerlijke zonnige dagen, zorgt ervoor dat we met zijn allen wat afklagen over het weer. Zelfs nog wat meer dan dat we normaal gesproken al doen in Nederland.

regen

Alhoewel een beetje klagen op zijn tijd best lekker is, kan ik me niet voorstellen dat het ons veel goed doet. Ook het ontbreken van de lentezon waar we zo naar verlangen, moet toch wel een negatieve impact hebben op ons gevoel van welbevinden. Ik word er in elk geval enorm chagrijnig van. Des te verbaasder was ik dus toen ik onlangs las dat uit onderzoek is gebleken dat het weer geen invloed heeft op ons geluksgevoel.

In tegenstelling tot wat we altijd denken, blijkt er weinig empirisch bewijs voor de aanname dat zonnig weer gelukkiger maakt of dat mensen die in warme landen wonen zich gelukkiger voelen dan mensen in koudere streken. Ook voelen we ons niet per se beter in de lente- en zomermaanden dan in de winter. Nu kan ik me nog wel voorstellen dat het weer niet zon grote invloed heeft dat het ons gevoel van well-being drastisch zou beïnvloeden, maar ik heb grote moeite te accepteren wat de onderzoeken aangeven.

En Seasonal Affective Disorder (SAD) dan? Denk ik bij mezelf. Er zijn zo veel mensen die last hebben van een zogenaamde winterdepressie en waarbij één van de behandelingen is ze bloot te stellen aan (nep) zonlicht. Ook moet ik gelijk denken aan Finland, waar in sommige delen maanden geen daglicht is en heel veel mensen zelfmoord plegen. Dit leken mij goede voorbeelden van hoeveel het weer met ons doet.

download (1)

Echter, als ik me er verder in verdiep lees ik dat zelfmoordcijfers in Finland niet hoger zijn dan in veel andere Europese landen en dat er nog steeds niet onomstotelijk bewezen is dat SAD een direct gevolg is van blootstelling aan te weinig zonlicht.

Betekent dit gebrek aan empirisch bewijs dat al dat herfstweer in de lente helemaal geen kwaad kan? Het lijkt me sterk. Waarschijnlijk zullen we er niets ernstigs aan over houden, maar toch kijk ik heel erg uit naar een periode van meer dan drie dagen achter elkaar zon.

Deze blogpost verscheen oorspronkelijk op de website van de Faculteit Psychologie van de Open Universiteit Nederland.

Waarom ontspannen zo belangrijk is (ook voor de productiviteit)

Tegenwoordig hebben we het allemaal zo druk. Druk met ons werk, ons gezin, onze verplichtingen en ook vooral met geklaag over hoe druk we het wel niet hebben. We willen of moeten van alles en het liefst ook nog allemaal tegelijk. Als een kip zonder kop rennen we continu van de ene verplichting naar de andere verantwoordelijkheid, wat ons goed uitkomt want dan hebben we gelijk ook weer onze verplichte sportactiviteit gehad. Iedereen heeft het zo ontzettend druk en gaat hier maar mee door, zonder dat iemand zich afvraagt waarom we onszelf dit aandoen.

Vanzelfsprekend houden we van ons werk en willen we dat werk zo goed mogelijk doen. Maar wie heeft besloten dat ambitie moet sporen met het deel van je leven dat je met je werk bezig bent? Uiteraard kun je meer bereiken als je meer tijd in iets investeert, maar dit betekent nog niet dat als je altijd overwerkt en in het weekend en in de vakantie met je werk bezig bent, dat je dan ook automatisch meer presteert. Het zou net zo goed kunnen zijn dat je gewoon heel inefficiënt bezig bent. Of dat al dat werk nog steeds niet leidt tot een promotie.

wlb

Onderzoek heeft bijvoorbeeld aangetoond dat vaak degene die promotie krijgt niet de persoon is die altijd braaf en hard aan het werk is, maar degene die op het juiste moment met die dingen komt waar een werkgever op zit te wachten. Ook is het zo dat we maar zo veel uur per dag echt productief kunnen zijn. En juist het nemen van ontspanning zorgt ervoor dat we een frisse blik houden en meer kunnen doen. Zo kan het dus zijn dat iemand die twaalf uur achter elkaar door ploetert net zo veel gedaan krijgt als iemand die acht uur werkt en tussendoor veel ontspannende pauzes neemt.

Het is veel beter om rust te nemen en in het weekend en in de vakantie andere dingen te doen dan constant met je werk bezig te zijn. Mensen die in het weekend altijd hun e-mail checken zijn niet per se productiever dan mensen die het niet doen. Die laatste groep is waarschijnlijk wel meer ontspannen. En dat laatste is nu juist zo belangrijk, want met het drukke bestaan dat velen van ons leiden is er zelden nog tijd om te ontspannen. En nee, ook al is je werk je hobby, ik geloof niet dat op je vrije zondag een artikel schrijven je echt ontspant.

relax)

Nu is natuurlijk het probleem dat veel mensen zo gewend zijn om het altijd druk te hebben, dat ze gewoon niet in staat zijn om lekker niets te doen. En met lekker niets bedoel ik ook letterlijk helemaal niets doen. Zo’n heerlijke luie zondag waarbij je wat wandelt, met een boekje op de bank kruipt en voor de rest je met niets anders bezig houdt. Zo ziet mijn zondag er regelmatig uit en ik vind het heerlijk ik knap er helemaal van op.

Voor sommige mensen klinkt dat vreselijk, die zouden liever aan het werk gaan. Ik snap dat niet zo goed. Ik vind mijn werk heel leuk, maar ik vind mijn leven naast mijn werk nog veel leuker. Zou dat niet voor iedereen moeten gelden?

Deze blogpost verscheen oorspronkelijk op de website van de Faculteit Psychologie van de Open Universiteit Nederland.

De positieve invloed van muziek op ons gevoel van well-being

Een groot deel van de jaren negentig heb ik doorgebracht op festivalterreinen. Pinkpop, Rock Werchter, Dynamo Open Air ik vond het allemaal geweldig. Muziek was in die tijd erg belangrijk in mijn leven: ik had een indrukwekkende cd-collectie van wat ze in die tijd ‘ alto’  muziek noemden. Ik had altijd wel muziek opstaan, waarbij ik dan bij al die heerlijk melancholische, deprimerende muziek dacht hoe goed het wel niet paste bij mijn zware, dramatische leven als adolescent.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Dan volgt er een tijd waarin je niet meer per se naar elk festival moet, je niet meer bijhoudt wat de laatste coole cds zijn en je Doctor Martens laarsjes totaal versleten bij de vuilnis worden gezet. Voor je het weet herken je nog weinig van de bands die op festivals staan, kun je de helft van de liedjes op de radio niet meer meezingen en kun je je niet meer herinneren wanneer je voor het laatst iets gedownload hebt van een nieuwe artiest. Maar nog altijd als je die nummers luistert waar je van hield toen je jong was denk je bij jezelf: Wat is dit goede muziek. Zo maken ze het tegenwoordig niet meer!

Als dit je herkenbaar voorkomt dan is dit niet verwonderlijk. Onderzoek naar muziekvoorkeur heeft aangetoond dat we vooral door muziek beïnvloed worden tot ons vijfentwintigste levensjaar. Daarna kun je nog wel nieuwe muziek ontdekken, maar het heeft meestal niet meer zon impact als wanneer je jong bent. Dit heeft te maken met het feit dat muziek vooral een invloed heeft op onze emoties en natuurlijk spelen emoties nergens zo’n grote rol als tijdens de adolescentie.

In mijn geval was de muziek die ik luisterde vooral gekoppeld aan negatieve emoties, maar er is ook veel onderzoek gedaan dat laat zien dat muziek de stemming positief kan beïnvloeden. Het schijnt niet eens zo veel uit te maken naar wat voor muziek je luistert, als het maar iets is dat je graag hoort en dit zorgt ervoor dat je in een betere stemming komt. Muziek luisteren maakt opgewekter, zorgt voor ontspanning, maakt mensen optimistischer en zorgt er zelfs voor dat men vriendelijker wordt.

download (1)

Naast een direct effect op ons humeur, heeft muziek ook indirect effect op ons gevoel van well-being. Muziek is (na geur) één van de sterkste triggers om (fijne) herinneringen op te halen. Je hoort een nummer van de eerste lp die je ooit kocht of het liedje dat speelde tijdens je eerste afspraakje en gevoelens die bij dat moment hoorde komen dan terug.

Inmiddels is ook de hulpverlening doordrongen van de positieve invloed van muziek en wordt steeds vaker muziektherapie voorgeschreven, bijvoorbeeld voor mensen met depressie. De effectiviteit hiervan wordt ondersteund door een recent review-onderzoek dat aantoont dat muziek de hersenen op verschillende manieren positief kan beïnvloeden en in veel gevallen net zo effectief is als medicatie. Eigenlijk zouden we dus allemaal veel meer naar muziek moeten luisteren. Ik ga mijn oude cd’s maar eens afstoffen.

Deze blogpost verscheen oorspronkelijk op de website van de Faculteit Psychologie van de Open Universiteit Nederland.

Ik hou gewoon heel erg van lekker eten

Net als vele anderen zijn ook mijn vriendin en ik 2013 begonnen met goed te letten op wat we eten. Ik noem het bewust geen lijnen of diëten, omdat we niet zo streng zijn en onszelf niet alles ontzeggen. Bovendien heeft onderzoek aangetoond dat een streng dieet volgen totaal niet werkt. Het is heel effectief op korte termijn, maar omdat je het niet eeuwig vol kunt houden, val je uiteindelijk toch weer terug in je oude eetpatroon en komen al die verloren kilos er weer bij. En dan begin je weer opnieuw met een dieet, valt af en komt weer aan. Jojo-diëten noemen ze dat ook wel.

Beter is om gewoon goed te letten op wat je eet, wat betekent gezond eten en vooral niet te veel. Dat laatste valt nog niet mee. Ik ben opgegroeid in een gezin waar het bord altijd werd leeg gegeten, want anders was het zonde. Probeer zon levenslange conditionering maar eens kwijt te raken!

Gelukkig zijn er enkele trucjes om jezelf voor de gek te houden, die volgens onderzoekers heel goed werken. Wetenschappelijk onderbouwde trucjes probeer ik altijd graag uit. Zo eet ik bijvoorbeeld mijn avondmaaltijd niet meer van een groot bord, maar van een klein ontbijtbordje. Zo kan ik nog steeds mijn hele bord volscheppen en leegeten, terwijl ik ongemerkt een stuk minder eet.

plate

Het maakt ook uit hoe en waar je eet. Zo is er onderzocht dat je meer eet als je je niet bewust bent van wat je eet (dus als je voor de tv eet), als je samen met veel anderen eet in een gezellige setting (dus bij uit eten gaan), als het donker is (dan zie je niet goed wat je eet) en als het gemakkelijker bereikbaar is. Dat laatste is bij ons thuis heel populair. Ik heb gemerkt dat als je bepaalde etenswaren (chips, koekjes, snoepjes) gewoon niet in huis haalt, je ze ook niet op kunt eten. Heb je ze toch in huis, zorg dan dat ze uit het zicht liggen. Dit werkt verbazend goed.

Er zijn ook trucjes die ik bewust niet toepas. Je eet bijvoorbeeld ook minder als het eten minder afwisselend is of een minder sterke smaak heeft. Maar ik hou gewoon heel erg van lekker eten en wil dat niet opgeven. Hier bedoel ik overigens wel gezond eten mee, met veel verse groeten, enzovoorts.

Echter, ik word veel gelukkiger van een Thaise curry of een pesto pasta dan een oerhollands prakje. Ik kijk altijd met verwondering en wantrouwen naar mensen die niet om eten geven en dus net zo goed een saaie maaltijd kunnen eten en dan netjes stoppen als ze genoeg hebben.

foodenjoyment

Genieten van eten is voor mij heel belangrijk goed eten, uitgebreid koken, de liefde voor eten delen. Natuurlijk is het belangrijk om je voedselinname in de gaten te houden, maar dan liever door de manier waarop je met eten omgaat te veranderen, dan je maar van alles te ontzeggen. Als het moet kunnen we allemaal wel de wilskracht opbrengen om een tijdje al het calorievol voedsel te laten staan, maar de meeste van ons kunnen dat niet eeuwig volhouden. Voor je het weet treed ego depletion op en is het einde zoek.

Je hebt van die mensen die zeggen: Je moet gewoon minder eten dan je verbruikt, dan val je vanzelf af. Dat zijn vaak mensen die al hun hele leven slank zijn en nog nooit hebben moeten letten op wat ze eten. Was het maar zo simpel. Toch is het niet onmogelijk om op gewicht te raken en te blijven, je moet alleen een manier vinden die bij je past. Voor mij is dat op dit moment uitkijken naar die volgende keer in de nabije toekomst dat ik weer mag genieten van een uitgebreid diner.

Deze blogpost verscheen oorspronkelijk op de website van de Faculteit Psychologie van de Open Universiteit Nederland.

Jongens en meisjes: Verschillend of verschillend gemaakt?

Vorige week had ik het al over de vermeende verschillen tussen mannen en vrouwen. De nadruk op onderscheidt begint al heel vroeg, als kinderen er zelf nog amper mee bezig zijn.

Loop een gemiddelde speelgoedwinkel binnen en kijk eens goed wat je daar (als kind) kunt leren over het verschil tussen jongens en meisjes. De ene helft van de winkel onder een bord jongens staat vol met Lego, autootjes, bouwmateriaal, zwaarden en ander speelgoed om actief en creatief mee te zijn; de andere helft gelabeld meisjes is meestal helemaal in het roze en bestaat uit poppen, barbies, oventjes en ander speelgoed om zorgzaam mee te zijn. Kan het nog stereotieper?

Natuurlijk zijn er veel jongetjes die graag bouwen en meisjes die graag met poppen spelen, maar lang niet allemaal. Bovendien is het helemaal niet nodig om zon duidelijk onderscheid te maken in jongens- en meisjesspeelgoed. Het zijn kleine kinderen en het is speelgoed, laat ze toch gewoon spelen met wat ze leuk vinden! Was het maar zo simpel.

Lees verder

Waarom denken we toch zo graag in hokjes? (1) Mannen en vrouwen

De mens is van nature erg lui, daarom organiseren we alles om ons heen graag zo dat we er gemakkelijk mee uit de voeten kunnen. Het gaat ons er dan niet zozeer om of het wel helemaal correct is (immers, om dat vast te stellen is soms veel tijd en moeite nodig), maar vooral dat het op het eerste gezicht mooi past. Een goed voorbeeld hiervan is de neiging om iedereen in hokjes te willen indelen.

In de sociale psychologie wordt veel aandacht besteed aan het hoe en waarom van categoriseren van mensen in groepen. Het grote voordeel van het gebruik van hokjes is dat de wereld een stuk simpeler wordt. We hebben niet meer te maken met allerlei individuen die we één voor één moeten beoordelen, maar we kunnen uitgaan van een aantal categorieën mensen, die we voor het gemak ook meteen maar allerlei eigenschappen toedelen, waarvan we besloten hebben dat die bij een bepaald hokje horen. Dit is meestal gebaseerd op een combinatie van algemene opvattingen en persoonlijke ervaringen, aangevuld met een flinke dosis stereotypen.

mv

Eén van de meest gebruikte hokjes is de verdeling man-vrouw. Het is vaak de meest voor de hand liggende indeling van mensen en tegelijk ook de meest problematische. Wanneer je de gehele mensheid indeelt in slechts twee groepen, dan ontkom je er niet aan die twee groepen met elkaar te vergelijken en tegen elkaar af te zetten. Het toeschrijven van verschillende eigenschappen aan mannen en vrouwen is op zich niet zo erg, maar het wordt al veel lastiger als we hier ook bepaalde waarden aan hechten.

In onze maatschappij zien we genoeg voorbeelden van hoe het enkel behoren tot de categorie man of vrouw verregaande gevolgen kan hebben wat betreft status, macht, kansen en veiligheid. Dit is echter niet waar ik het over wilde hebben. Ik wil het kleiner houden, en het puur hebben over hoe we in het dagelijks leven bijna obsessief bezig zijn met de hokjes man en vrouw en vooral hoe verschillend we wel niet zijn.

Natuurlijk zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen, maar deze zijn lang niet zo groot en wijd verspreid als steeds maar weer gezegd wordt. Onlangs was er nog aandacht in de media over een grootschalige studie gepubliceerd in de Journal of Personality and Social Psychology die had aangetoond, dat wat betreft persoonlijkheidskenmerken, er geen grote verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. En dat is ook niet zo gek, want bij zulke grote groepen mensen kan het haast niet anders dan dat er meer variatie zit binnen een groep, dan tussen de groepen.

traditional_gender_stereotypes__by_thearchosaurking-d5e5ctd

Meer nog dan met karakterverschillen tussen mannen en vrouwen is onze maatschappij geobsedeerd met hoe mannen en vrouwen zich zouden moeten gedragen. Het is niet genoeg dat we zeggen hoe je bent volgens jouw hokje, nee je moet je vervolgens ook nog gedragen op zon manier dat mooi past bij ons verwachtingspatroon.

Als je vindt dat het wel meevalt, dan moet je maar eens kijken hoe er bijvoorbeeld wordt gereageerd als een vrouw een topfunctie in een bedrijf krijgt. Negen van de tien keer wordt haar gevraagd (of verweten) wie er voor haar kinderen zorgt, terwijl dit bij mannen zelden aan de orde is. Mannen krijgen juist weer verwijten of rare blikken als ze thuis willen blijven bij de kinderen, of als ze een beroep kiezen dat gezien wordt als een soft vrouwenberoep.

Afwijkend gedrag afwijkend van de stereotypen die we als maatschappij besloten hebben en bij bepaalde hokjes horen wordt vaak niet geaccepteerd, terwijl het meestal om dingen gaat die er eigenlijk helemaal niet toe doen. Toch vinden veel mensen het erg belangrijk en zijn ze van mening dat je er niet vroeg genoeg mee kan beginnen duidelijk te maken hoe mannen en vrouwen verschillen. Wat we kinderen hiermee aandoen, daarover wil ik het volgende week over hebben.

Deze blogpost verscheen oorspronkelijk op de website van de Faculteit Psychologie van de Open Universiteit Nederland.

Wat ik geleerd heb van het boek van Stapel

Het is er eindelijk van gekomen dat ik het boek Ontsporing van Diederik Stapel gelezen heb. En ik moet zeggen dat ik dit gedaan heb met veel plezier, of misschien is met veel interesse en fascinatie een betere omschrijving. Wellicht scheelt het dat ik niet op zoek was naar een verantwoording voor zijn fraude en niet veel verwachtingen had, maar toch moet ik zeggen dat ik het een goed boek vond.

Ik zat niet persé te wachten op een kijkje in de jeugd van Stapel of de vele lessen sociale psychologie, maar hier tussendoor werd toch wel een heel boeiend kijkje gegeven in het leven en het hoofd van een hoogleraar psychologie. Natuurlijk niet zomaar een gemiddelde hoogleraar – of wie weet ook juist wel – maar een op momenten duidelijk de weg kwijt zijnde karakter die niet misstaan had in een goede roman of film. En net als in een goede roman of film heeft de hoofdpersoon in Ontsporing mij bij tijden enorm geirriteerd, maar op andere momenten juist ook zeer ontroerd.

Boek Diederik Stapel

Maar meer nog dan dat heeft dit boek mij veel geleerd, over mensen in het algemeen en over de psychologie en de academische wereld. Dit zijn geen wereldschokkende lessen, maar meer kleine nieuwe inzichten die mij net iets anders doen kijken naar mijn leefwereld en de mensen die zich daarin bevinden.

Zelfverzekerd ogende, het grootste woord hebbende, alleswetende hoogleraren zijn soms diep onzekere, bange mannetjes

Ik formuleer het wat extreem, maar als er één ding duidelijk naar voren komt in Ontsporing dan is het wel dat hoe iemand zich voordoet (of overkomt) totaal anders kan zijn dan hoe hij/zij zich in het echt voelt (of is). En dat fascineert me. Alhoewel ik het al keer op keer heb gezien, blijft het me verbazen en bezig houden.

Het doet je anders kijken naar hoogleraren, of andere mensen die het ver geschopt hebben. In plaats van enkel te kijken naar hoe ze overkomen en wat ze bereikt hebben, ben je je ook bewust van het feit dat ze misschien wel gewoon een showtje op staan te voeren. Niet omdat ze een fraudeur zijn, maar omdat ze eigenlijk juist heel onzeker / verlegen / vul maar in..  zijn.

Aanzien en prestatie in de academische wereld wordt soms tot in het extreme nagestreefd, totdat het nergens meer over gaat

Dit boek geeft een goede illustratie van alles wat er mis is met het huidige academische systeem. Hiermee doel ik vooral op het belang dat gehecht wordt aan (het aantal en de impact factor van) publicaties en vooral het hierdoor streven naar zoveel mogelijk aanzien. Of nog erger, het enkel panisch proberen zoveel mogelijk output te genereren.

Als het er op neer komt dat hoe geweldig iemand gevonden wordt  (door zichzelf en anderen) enkel afhangt van hoe vaak hij/zij in JPSP* gepubliceerd heeft en niet meer om hoe goed / cool /interessant / relevant het onderzoek is, dan zijn we volgens mij heel verkeerd bezig.

We zijn allemaal ook maar gewoon mensen…

Wat voor mij nog het meest naar voren komt in het boek van Stapel, is de menselijkheid van het verhaal. Hoe verder ik kwam in het boek, hoe meer ik  begon mee te leven en op momenten zelfs ontroerd was. Dat wil niet zeggen dat ik het waarom van dit alles begrijp, maar het deed me goed inzien dat we allemaal ook maar gewoon mensen zijn.

Achter elke affaire gaan ‘gewone’ mensen schuil ,die het al dan niet zo bedoeld hadden, maar ook gewoon voelen en lijden en liefhebben en zich schamen en hopen op betere tijden, net zoals jij en ik.

* Vul hier het journal of de journals in van je eigen vak gebied